Als je een huis hebt gekocht en een hypotheek hebt afgesloten, kun je waarschijnlijk gebruikmaken van hypotheekrenteaftrek. Dit betekent dat je een deel van de betaalde hypotheekrente mag aftrekken van je belastbaar inkomen, waardoor je minder inkomstenbelasting betaalt. Hoe moet je hypotheekrenteaftrek aanvragen? We zullen hier uitleggen hoe deze regeling werkt. Het is namelijk geen ingewikkeld proces, alleen zijn er wel een paar belangrijke punten om rekening mee te houden.
Wat houdt een hypotheekrenteaftrek in?
Hypotheekrenteaftrek is een regeling van de overheid om het hebben van een eigen huis financieel aantrekkelijker te maken. Als je een hypotheek hebt, betaal je rente over de lening. Die rente kun je, onder bepaalde voorwaarden, aftrekken van je inkomen in box 1 bij de Belastingdienst. Hierdoor wordt je belastbaar inkomen lager, en betaal je minder inkomstenbelasting. Dit voordeel geldt alleen voor je hoofdverblijf, dus niet voor een tweede woning of vakantiehuis. Voor hypotheken afgesloten na 1 januari 2013 moet je een annuïteiten- of lineaire hypotheek hebben, die je binnen 30 jaar aflost. Heb je een oudere hypotheek, dan gelden vaak soepelere regels, zoals het overgangsrecht, waardoor je ook bij een aflossingsvrije hypotheek recht kunt hebben op aftrek. Het maximale aftrekpercentage in 2025 is 37,48% en dat percentage hangt af van je inkomen. Daarnaast moet je rekening houden met het eigenwoningforfait, een percentage van de WOZ-waarde van je huis dat bij je inkomen wordt opgeteld, wat je voordeel iets kan verlagen.
Aanvragen via de belastingaangifte
De makkelijkste manier om hypotheekrenteaftrek te krijgen, is via je jaarlijkse belastingaangifte. Je hypotheekverstrekker stuurt je elk jaar in januari een overzicht van de betaalde rente. Dat bedrag vul je in bij je aangifte inkomstenbelasting, meestal in het voorjaar na het belastingjaar. Vaak staat dit bedrag al automatisch ingevuld in je aangifte, maar controleer het goed. Je geeft ook andere aftrekbare kosten op, zoals notariskosten voor de hypotheekakte of advieskosten, als je die in het eerste jaar hebt gemaakt. Na het indienen van je aangifte berekent de Belastingdienst hoeveel belasting je terugkrijgt. Dit bedrag ontvang je in één keer, meestal een paar maanden later. Het voordeel is dat je niet veel hoeft te doen, maar je moet wel geduld hebben tot de uitbetaling. Als je situatie verandert, bijvoorbeeld omdat je verhuist of je hypotheek oversluit, geef dit dan door in je aangifte om verrassingen te voorkomen.
Maandelijkse teruggave met een voorlopige aanslag
Wil je niet wachten op je jaarlijkse aangifte en liever elke maand wat extra geld op je rekening? Dan kun je een voorlopige aanslag aanvragen bij de Belastingdienst. Dit regel je online via Mijn Belastingdienst met je DigiD. Je vult gegevens in zoals je inkomen, de WOZ-waarde van je huis en de betaalde hypotheekrente. De Belastingdienst schat dan hoeveel aftrek je krijgt en betaalt dit maandelijks uit, meestal rond de 15e van de maand. Je herkent de storting aan de omschrijving ‘IB/PVV’ met het jaartal. Het voordeel is dat je meteen lagere maandlasten hebt, maar je moet wel alert zijn. Als je inkomen of rente verandert, bijvoorbeeld door een loonsverhoging of extra aflossing, moet je de voorlopige aanslag aanpassen. Doe je dat niet, dan kan het zijn dat je te veel ontvangt en later moet terugbetalen. Schat bedragen zoals je WOZ-waarde liever iets te hoog in om dit te voorkomen.
Extra aandachtspunten
Er zijn een paar dingen waar je goed op moet letten als je hypotheekrenteaftrek aanvraagt. Controleer altijd of je hypotheek aan de voorwaarden voldoet, zoals de verplichting om binnen 30 jaar af te lossen voor nieuwe hypotheken. Als je een huis koopt en de overwaarde van je vorige woning niet gebruikt voor de nieuwe hypotheek, vervalt de aftrek over dat deel door de bijleenregeling. Ga je scheiden en verlaat je het huis? Dan heb je dankzij de scheidingsregeling nog maximaal twee jaar recht op aftrek, maar alleen onder voorwaarden. Als je een lening afsluit bij een familielid of een niet-geregistreerde instelling, moet je zelf de gegevens doorgeven aan de Belastingdienst. En vergeet niet: als je aflost op je hypotheek, wordt de rente lager, en dus ook je aftrek. Houd dit in de gaten als je een voorlopige aanslag hebt, zodat je niet voor verrassingen komt te staan.
Checken en zelf regelen
Nu je weet hoe hypotheekrenteaftrek werkt, kun je zelf aan de slag. Ga naar de website van de Belastingdienst en kijk of je alles klaar hebt voor je aangifte of een voorlopige aanslag. Pak je hypotheekoverzicht erbij, log in met je DigiD en vul de gegevens zorgvuldig in. Twijfel je over je situatie of wil je weten hoeveel je precies terugkrijgt? Gebruik een online rekentool of vraag advies aan een hypotheekadviseur. Door het zelf te regelen, houd je grip op je financiën en profiteer je maximaal van het belastingvoordeel.
